Psychoanalyse

Uitgangspunten

Psychoanalyse berust op de waarneming, dat veel patronen in ons gevoel en ons gedrag onbewust verlopen. Iemand voelt zich bijvoorbeeld ongelukkig of angstig, maar begrijpt niet waardoor. Of iemand probeert zich te binden aan een partner, maar dat lukt niet, zonder dat duidelijk is waarom dat niet lukt. Het gaat om onbewuste en soms niet kloppende verwachtingen of gevoelens die men heeft over zichzelf of over anderen. Vaak zijn die gevoelens gebaseerd op indrukken en ervaringen in de kindertijd. Juist omdat het om onbewuste patronen gaat, kunnen mensen zichzelf met dit soort problemen vaak niet goed helpen.

Werkwijze

In een psychoanalyse proberen analyticus en cliënt samen te onderkennen welke onbewuste gedachten en gevoelens van invloed zijn op verwachtingen die iemand heeft t.o.v. zichzelf en anderen, alsook op zijn gedrag. Ook proberen zij te begrijpen hoe deze patronen zich ontwikkeld hebben. Binnen een psychoanalyse, anders dan bij psychotherapie, komt de cliënt vier of vijf keer per week gedurende drie kwartier bij de analyticus en ligt daar op een bank. De analyticus zit in een stoel achter de bank en vraagt de cliënt om te proberen alles te zeggen wat er in hem opkomt. Door zich over te geven aan die innerlijke stroom van gedachten, gevoelens en fantasieën, richt de cliënt zich meer naar binnen.

Meer lezen >

Allerlei gedachten en gevoelens, waar hij zich voor schaamt of die hij in het dagelijkse leven misschien als onbelangrijk of onzinnig verwerpt, kunnen zo meer aandacht krijgen. Dit betekent ook dat hij in een wat andere belevingswereld terechtkomt, anders dan wanneer hij gewoon met iemand aan het praten is. De analyticus van zijn kant luistert zo neutraal mogelijk naar alles wat de cliënt naar voren brengt en probeert ook te onderkennen wat de dingen, die hij hoort, bij hemzelf oproepen. Soms vraagt de analyticus iets en van tijd tot tijd legt hij de cliënt voor wat hij meent te zien. Dat kan bijvoorbeeld gaan om de betekenis van een bepaalde gedraging of van een bepaald gevoel. Ook komen regelmatig zaken aan bod, die zich afspelen in het contact tussen cliënt en analyticus. In een goed lopende psychoanalyse ontstaat een veilig klimaat waarbinnen het mogelijk is om over pijnlijke en beschamende dingen te praten. De problemen waar de cliënt mee worstelt, komen zo tot uitdrukking in het contact met de analyticus. Daardoor kan de cliënt zijn problemen niet alleen verstandelijk, maar ook emotioneel gaan begrijpen. Op deze wijze worden geleidelijk de onbewuste patronen in iemands gedrag, gedachten en gevoel duidelijk. Dit leidt niet alleen tot een vermindering van klachten, maar ook tot een andere manier van met zichzelf omgaan.

Resultaat:

Vaak neemt het gevoel van zelfvertrouwen toe. De cliënt gaat zijn gevoelens en gedachten beter begrijpen en meer serieus nemen. De cliënt wordt minder geleefd door onbewuste patronen en is beter in staat bij zichzelf te rade te gaan en eigen keuzes te maken. Daarmee neemt het gevoel van vrijheid toe, waardoor hij steviger in de wereld staat.

Uiteindelijk kan het leven van de cliënt daarmee ingrijpend veranderen, zowel innerlijk als in de contacten met anderen. Dat geldt in relaties, maar ook in het werk of in de studie. Een voorspoedige analyse leidt veelal tot een structurele verbetering van het psychisch, somatisch en relationeel functioneren.

Psychoanalyse (4 of 5 keer per week) wordt momenteel niet vergoed door zorgverzekeraars. Het al of niet vergoed worden van een psychoanalyse is door de afgelopen decennia heen wisselend geweest. Het politiek-maatschappelijke klimaat bepaalt welke behandelingen in Nederland gefinancierd mogen worden en welke niet. Psychoanalytische psychotherapie van 1 of 2 keer valt wel onder verzekerde zorg. (zie onder ‘vergoeding’)

Voor meer informatie zie: https://npav.nl